Vrijspraak aanranding in Rechtbank Zwolle

Vrijspraak in strafzaak aanranding in Rechtbank Zwolle

Vrijspraak in aanrandingszaak bij rechtbank overijssel in zaak van Singel Advocaten

Op 21 juni 2018 heeft de inhoudelijke behandeling van de strafzaak tegen een cliënt van strafrechtadvocaat mr. J.M. Veldman plaatsgevonden. De zaak werd behandeld door de Meervoudige Kamer van de Rechtbank Overijssel, locatie Zwolle. Cliënt werd ervan verdacht dat hij op of omstreeks 25 februari 2017 een mevrouw zou hebben aangerand door op een fiets achter haar aan te rijden en haar bij het naderen onverhoeds van achteren in de billen te hebben geknepen of haar billen te hebben betast.

 

Feiten en omstandigheden: Aanranding of niet?

Een mevrouw heeft aangifte gedaan dat zij op een avond door een medepassagier uit de trein is lastig gevallen. Zij zou bij het naar huis fietsen door deze persoon achtervolgd zijn waarna hij haar bij het passeren betast zou hebben. De mevrouw heeft aangifte gedaan en op enig moment wordt cliënt opgeroepen voor verhoor bij de politie en volgt een zitting bij de Meervoudige Kamer van de Rechtbank Overijssel in Zwolle.

De officier van justitie acht op grond van de verklaring van aangeefster en de verklaring van verdachte het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen. De officier van justitie voert aan dat de aangifte voldoende steun vindt in de verklaringen van verdachte. Bovendien was er geen andere aanleiding voor aangeefster om aangifte te doen, dan vanwege de reden dat de aanranding heeft plaatsgevonden zoals zij heeft beschreven. Verder kende aangeefster de verdachte uit de trein en heeft zij verdachte ook herkend als haar belager.

 

Standpunt van de advocaat: Vrijspraak, geen aanranding

Ter zitting is door de strafrechtadvocaat van de verdachte uitvoerig pleidooi gevoerd. De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte degene is geweest die aangeefster heeft aangerand. Door haar is aangevoerd dat de verdachte heeft verklaard aangeefster bij een andere afslag te hebben gepasseerd dan de afslag waar aangeefster stelt te zijn aangerand. Bovendien heeft verdachte steevast ontkend dat hij aangeefster zou hebben aangerand.

 

Twee weken later volgt de uitspraak van de rechtbank, de rechtbank volgt het verweer van de advocaat van Singel Advocaten en spreekt haar cliënt vrij. De officier van justitie heeft geen hoger beroep ingesteld waardoor deze uitspraak vast is komen te staan.

 

Het oordeel van de rechtbank: Vrijspraak

 

“4.3 De bewijsoverweging van de rechtbank

 

De rechtbank stelt  op basis van de verklaringen van verdachte en aangeefster vast dat verdachte aangeefster op enig moment op de route van het treinstation te [plaats] naar huis heeft gepasseerd. Verdachte heeft verklaard dat hij weliswaar dicht langs aangeefster heeft gefietst, maar dat hij haar daarbij niet in de bil heeft geknepen. Bovendien stelt verdachte ter zitting dat hij aangeefster bij een afslag ter hoogte van de (voormalige) Rabobank aan de [X-straat] heeft gepasseerd. Dit is een andere afslag dan de afslag bij de [Y-straat], waar aangeefster zegt te zijn aangerand.

 

De rechtbank is gelet hierop van oordeel dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat het verdachte is geweest  die aangeefster heeft aangerand. De verklaringen van verdachte en aangeefster laten voldoende ruimte voor de mogelijkheid dat niet verdachte, maar een ander aangeefster heeft aangerand. Daaraan doet niet af dat aangeefster in haar verklaring bij de politie heeft gesteld verdachte te herkennen. Uit die verklaring volgt immers dat aangeefster haar belager zag toen hij “van haar af fietste”. Zij herkende hem aan zijn postuur en rugzak. Deze gegevens zijn naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende om verdachte als haar belager te identificeren. De verklaring van aangeefster dat zij haar belager ook aan zijn gezicht herkende is verder tegenstrijdig met haar verklaring dat zij haar belager zag terwijl hij van haar af fietste, zodat hieraan geen betekenis toekomst.

 

4.4 Conclusie

 

De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte is tenlastegelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.”

Bekijk meer van

Contact met advocaat

Een ervaren strafrechtadvocaat neemt gratis & zonder verplichtingen contact op