Verzet na ontvangst strafbeschikking, geheel voorwaardelijke geldboete

Strafbeschikking vernietigd door Politierechter

Rechtbank Arnhem vernietigt door de officier van justitie opgelegde strafbeschikking

Cliënte heeft op 1 mei 2018 een strafbeschikking ontvangen van de officier van justitie voor winkeldiefstal. Aan cliënte is een boete opgelegd ter hoogte van € 200,00 en daarbovenop nog € 9,00 administratiekosten. Tegen deze strafbeschikking heeft cliënte verzet ingesteld.

 

Feiten en omstandigheden

Op 27 maart 2018 is cliënte op heterdaad aangehouden in een supermarkt. Op de camerabeelden van de winkel was te zien dat mevrouw enkele goederen in haar tas had gestopt en dat zij de kassa heeft gepasseerd zonder deze artikelen te betalen. Bij de kassa betaalde ze wel enkele andere producten maar niet de producten welke zij in haar tas had gestopt. Hierop is door de beveiliging van de winkel actie ondernomen en is cliënte op heterdaad aangehouden en meegenomen naar het politiebureau voor verhoor. Op het politiebureau heeft cliënte aangegeven de volgende artikelen te hebben meegenomen met een totale verkoopwaarde van € 9,06. Ze zou een potje met champies gepakt, 2 blikjes bier, een zakje peperkorreltjes, en een blikje unox worstjes.

Bij de politie heeft cliënte een verklaring afgelegd maar is zij niet heel uitgebreid geweest over de reden waarom zij niet alle artikelen heeft afgerekend. Na afloop van het verhoor wordt de zaak door de politie aan de officier van justitie overhandigd. De officier van justitie heeft op basis van alles in het dossier gemeend dat een strafbeschikking op zijn plaats was.

Cliënte had destijds geen geld om de strafbeschikking te betalen en heeft contact opgenomen met een strafrechtadvocaat van ons kantoor zodat er tijdig verzet ingesteld kon worden. Cliënte was het gezien de hoogte van de strafbeschikking dus niet eens met de opgelegde straf en wenste dat haar zaak alsnog werd voorgelegd aan de Politierechter.

 

Behandeling bij de politierechter in Arnhem

De officier van justitie heeft naar aanleiding van het ingestelde verzet cliënte gedagvaard voor de zitting van donderdag 14 maart 2019 ten overstaan van de politierechter te Arnhem. Tijdens deze zitting wordt cliënte bijgestaan door een strafrechtadvocaat van ons kantoor in Breda.

De zitting bij de politierechter is tijdens de inhoudelijke behandeling als het ware opgesplitst in twee delen: de feiten en omstandigheden en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Over het feit konden wij op zitting kort zijn, er waren goederen ontvreemd uit de supermarkt en cliënte had ook een bekennende verklaring afgelegd. De straf was immers de reden voor het instellen van het verzet.

Tijdens de persoonlijke omstandigheden kwam aan de orde waarom cliënte de boete destijds niet kon betalen en waarom zij dus verzet had ingesteld tegen de haar opgelegde strafbeschikking. Ook kwam aan de orde waarom cliënte destijds het feit had gepleegd: ze had simpelweg geen geld om al haar boodschappen te betalen. Cliënte haar financiële situatie was destijds dusdanig slecht dat zij zowel haar boodschappen als de opgelegde geldboete niet kon betalen, ze woonde niet zelfstandig en was bekend bij vele hulpinstanties. Inmiddels is er een jaar verstreken na het plegen van het strafbare feit en heeft cliënte haar leven weer enigszins op de rit kunnen krijgen.

Persoonlijke omstandigheden kunnen bij de strafoplegging een rol spelen waardoor de straf lager zou kunnen uitvallen dan de Oriëntatiepunten van de Rechtbank of de Richtlijnen van het Openbaar Ministerie.

 

Uitspraak: een geheel voorwaardelijke geldboete

Tijdens de inhoudelijke behandeling is naar voren gekomen dat de persoonlijke omstandigheden van cliënte dusdanig zwaar moeten wegen dat de opgelegde strafbeschikking in alle redelijkheid niet in stand kan blijven. De politierechter heeft de strafbeschikking vernietigd en een geheel voorwaardelijke geldboete opgelegd ter hoogte van € 200,00 met een proeftijd van één jaar. Een voorwaardelijke straf houdt in dat deze pas ten uitvoer wordt gelegd, indien en voorzover de ‘verdachte’ in de proeftijd opnieuw een strafbaar feit pleegt. In dit geval is een proeftijd van één jaar opgelegd. Mocht cliënte in deze periode niet weer opnieuw met justitie in aanraking komen, dan zal zij van de opgelegde straf niets voelen.

Bekijk meer van

Contact met advocaat

Een ervaren strafrechtadvocaat neemt gratis & zonder verplichtingen contact op