Twaalf jaar gevangenisstraf opgelegd door rechtbank Breda voor doodslag op schoonzoon

Twaalf jaar gevangenisstraf opgelegd door rechtbank Breda voor doodslag op schoonzoon

Wat is er gebeurd?

De verdachte in deze zaak werd ervan verdacht dat hij zijn schoonzoon om het leven zou hebben gebracht. Hij werd ervan verdacht dat hij opzettelijk en met voorbedachten rade, althans opzettelijk, het slachtoffer van het leven heeft beroofd door met een pistool kogels te hebben afgeschoten op het slachtoffer, welke kogels hem dodelijk hebben geraakt. Het stoffelijk overschot van het slachtoffer werd gevonden in het Markkanaal, verpakt in blauw zeil.

Op 28 juni 2014 is het stoffelijk overschot aangetroffen van het slachtoffer, verpakt in zeil. Na onderzoek is gebleken dat het slachtoffer om het leven is gekomen door vuurwapengeweld, dat bestond uit twee op zichzelf dodelijke schoten. Vervolgens is het chalet en het terrein rond het chalet van het slachtoffer onderzocht. In de slaapkamer zijn bloedsporen gevonden van het slachtoffer. Ook stond er een glas op het aanrecht in de keuken. Na onderzoek is hier het DNA-profiel van de verdachte op aangetroffen. Daarnaast is in de slaapkamer in de vloer een kogel aangetroffen.

De rechtbank Breda is op grond van dit alles van mening dat vastgesteld kan worden dat het vuurwapengeweld waardoor het slachtoffer is overleden, in deze slaapkamer heeft plaatsgevonden. Tijdens de doorzoeking op het terrein is een tas aangetroffen met daarin onder andere een vuurwapen. De rechtbank Breda stelt na onderzoek vast dat de kogel die in de slaapkamer is aangetroffen is afgevuurd met dit vuurwapen. Het slachtoffer is met dit wapen doodgeschoten. Op het vuurwapen is het DNA-profiel van de verdachte aangetroffen. Eveneens is er een poetsdoek aangetroffen in de tas. Op de poetsdoek zat het bloed van het slachtoffer en het DNA-profiel van de verdachte. Vervolgens heeft de rechtbank Breda zich de vraag gesteld of de verdachte de dader is.

Verklaring verdachte

De verdachte heeft verklaard dat hij op de desbetreffende avond bij het slachtoffer is geweest en een glas melk heeft gedronken, waarna hij weer is vertrokken. Voor het feit dat zijn DNA-profiel op het vuurwapen is aangetroffen zegt hij dat hij dit vuurwapen, na het verdwijnen van het slachtoffer, in het tuinhuis heeft aangetroffen en terug heeft gestopt in een tas en achter de bank heeft gelegd. Hij heeft het wapen wat gepoetst, maar niet uit elkaar gehaald. De verdachte stelt dat niet hij, maar een ander de dader is.

Oordeel rechtbank Breda

De rechtbank stelt dat het aangetroffen DNA van de verdachte op het vuurwapen, waarmee het slachtoffer is gedood, op alle onderdelen aanwezig was die nodig zijn om het vuurwapen af te vuren, te weten op de greep, hamer, veiligheidspal en trekker. Daarnaast is zijn DNA-profiel aangetroffen op de patroonhouder, wat enkel mogelijk is als je het wapen uit elkaar haalt. Het hoofdprofiel op het vuurwapen is afkomstig van iemand anders. De advocaat van de verdachte heeft gesteld dat mede hierdoor niet kan worden vastgesteld dat het de verdachte is geweest die het slachtoffer om het leven heeft gebracht. Na onderzoek is echter gebleken dat deze persoon niet de dader kan zijn, omdat hij in de periode dat het slachtoffer om het leven is gebracht niet op de plaats delict kan worden geplaatst. Hiermee is hij uitgesloten als dader.

De rechtbank Breda oordeelt dan ook dat uit dit alles blijkt dat de verdachte degene is geweest die het slachtoffer om het leven heeft gebracht, gelet op het aanwezige forensische bewijs. De verdachte heeft alternatieve scenario’s geschetst die in het aanwezige forensische bewijs geen steun vinden. Ter terechtzitting heeft de verdachte verklaard ‘dat hij weet hoe het zit’ en daarbij gesteld dat een andere persoon achter de moord zou zitten, waarbij hij een mogelijk motief schetst. De verdachte treedt daarover echter niet in detail. Voor de betrokkenheid van deze persoon is geen forensisch bewijs. Al met al acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het slachtoffer van het leven heeft beroofd door met een vuurwapen een kogel in het hoofd en de borstkas van het slachtoffer te schieten. Vervolgens was het de vraag of er sprake is van moord of doodslag. Er zijn geen aanwijzingen naar voren gekomen over de aanleiding en de precieze gang van zaken. De vraag of de verdachte in een opwelling heeft gehandeld of dat hij een plan had, kan dan ook niet worden beantwoord. De rechtbank Breda spreekt de verdachte dan ook vrij van moord, bij gebrek aan feiten. De verdachte is schuldig aan doodslag op zijn schoonzoon. De rechtbank Breda heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 jaar.

Advocaat doodslag Breda

Deze zaak laat goed zien dat doodslag zwaar wordt bestraft. De straf had echter nog hoger kunnen zijn, wanneer moord bewezen was verklaard, maar mede dankzij de advocaat is de verdachte hiervoor vrijgesproken. Indien u zelf wordt verdacht van doodslag kunt u zich laten bijstaan door een ervaren advocaat in Breda. De advocaat zal uw processtukken opvragen om een goed en sterk verweer te kunnen voeren. De strafrechtadvocaat zal voor u een zo laag mogelijke straf, of indien mogelijk zelfs vrijspraak, bereiken. Wanneer u het contactformulier invult neemt een ervaren advocaat in Breda voor doodslag direct gratis en vrijblijvend contact met u op! Wij werken landelijk, voor een vaste prijs en op basis van pro deo.