Verdachte schiet niet in richting van slachtoffers: vrijspraak poging tot doodslag

Verdachte schiet niet in richting van slachtoffers: vrijspraak poging tot doodslag

De verdachte in deze zaak stond terecht voor poging tot doodslag. Hij werd ervan verdacht met een vuurwapen in de richting van de slachtoffers te hebben geschoten. Daarnaast werd hij ervan verdacht de slachtoffers te hebben bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, dan wel zware mishandeling, door met een vuurwapen in de richting van de slachtoffers te schieten. Tot slot stond hij terecht voor verboden wapenbezit.

Standpunt advocaat Breda

De advocaat van de verdachte heeft bepleit dat uit de bewijsmiddelen niet blijkt dat er in de richting van de slachtoffers is geschoten. De verdachte heeft verklaard maar één keer in de lucht te hebben geschoten. De advocaat Breda stelt dat het feit dat er geen kogelinslag is gevonden, ondanks dat er is geschoten in een woonwijk met meerdere woningblokken waarbij de kans op inslag behoorlijk groot is, de verklaring van de verdachte bevestigd. De raadsman is hierdoor van mening dat de rechtbank Breda niet tot een bewezenverklaring kan komen voor de poging tot doodslag.

Oordeel rechtbank Breda

De rechtbank volgt het standpunt van de advocaat dat de verdachte moet worden vrijgesproken van poging tot doodslag. Vast is komen te staan dat de verdachte heeft geschoten met een pistool in de nabijheid van de slachtoffers, maar de bewijsstukken bevatten onvoldoende bewijs om vast te stellen dat de verdachte gericht heeft geschoten in de richting van deze slachtoffers. De verdachte heeft vanaf het begin ontkend in de richting van hen te hebben geschoten en heeft verklaard één schot in de lucht te hebben gelost om één van de slachtoffers af te schrikken. Uit getuigenverklaringen is gebleken dat meerdere personen hebben gehoord dat een schot werd gelost, maar niemand heeft dit gezien. Ook is er geen kogelinslag aangetroffen op basis waarvan kan worden gesteld waar de kogel die de verdachte heeft afgevuurd terecht is gekomen, op welke plaats de slachtoffers en de verdachte zich ten tijde van het afvuren bevonden en welke baan de kogel heeft afgelegd. De enkele verklaring van één van de slachtoffers is naar het oordeel van de rechtbank Breda onvoldoende om vast te stellen dat de verdachte gericht in de richting van hen heeft geschoten en daardoor (voorwaardelijk) opzet heeft gehad op het doden dan wel zwaar lichamelijk letsel toebrengen van de slachtoffers. Hierdoor is de verdachte vrijgesproken van poging tot doodslag.

Wel acht de rechtbank Breda de overige tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend bewezen, waarvoor een gevangenisstraf voor de duur van acht maanden, waarvan vijf maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar is opgelegd.

Advocaat Breda poging tot doodslag

Zelf verdacht van poging tot doodslag? Een ervaren advocaat uit Breda kan u bijstaan! De raadsman zal uw processtukken opvragen om een goed en sterk verweer te voeren. Hierdoor wordt voor u een zo laag mogelijke straf net als in deze zaak, of indien mogelijk zelfs vrijspraak, bereikt. Wanneer u het contactformulier invult neemt een ervaren advocaat uit Breda voor poging tot doodslag direct gratis en vrijblijvend contact met u op! Wij werken landelijk, voor een vaste prijs en op basis van pro deo.